Algemene presentatie van Crédit Agricole

Crédit Agricole is een van de grootste bankgroepen van Europa, met verschillende activiteiten, waaronder uiteraard retailbanking, maar ook vermogensbeheer, verzekeringen, private banking, financiering en diverse specifieke financiële diensten.
Momenteel heeft deze bankgroep 597,2 miljard euro aan deposito's en 369 miljard euro aan uitstaande leningen. Haar activiteiten vinden uiteraard hoofdzakelijk in Frankrijk plaats, maar ook in heel Europa, Azië, Afrika en de meeste andere continenten.
De bankgroep Crédit agricole is georganiseerd in drie hoofdsecties, te weten de lokale banken, de regionale banken met hun bijkantoren en holdings en Crédit agricole S.A. en haar dochterondernemingen. De plaatselijke banken en de regionale banken worden beschouwd als coöperatieve vennootschappen, terwijl Crédit agricole S.A. een vennootschap op aandelen is. Crédit Agricole S.A. is een van de grootste coöperatieve vennootschappen ter wereld. Hier kunt u meer te weten komen over het belang en de activiteiten van de twee soorten banken (lokale en regionale) en hun organisatie.
Lokale banken van Crédit agricole: De groep Crédit agricole telt momenteel bijna 2.500 lokale banken met verscheidene miljoenen aangesloten klanten. Deze klanten worden "leden-klanten" genoemd, omdat zij klanten van de groep zijn, maar ook houders van het aandelenkapitaal van de vennootschap via aandelen. Dit is een van de specifieke kenmerken van Crédit agricole, die een participatief bestuurssysteem heeft en dit tot een van haar belangrijkste communicatieassen heeft gemaakt.
Deze plaatselijke onderlinge waarborgmaatschappijen bezitten het grootste deel van het kapitaal van de regionale onderlinge waarborgmaatschappijen, die wij hierna zullen bespreken. Het is ook belangrijk te begrijpen dat deze lokale fondsen jaarlijkse algemene vergaderingen houden die worden bijgewoond door meer dan 500.000 leden-klanten, die vervolgens verantwoordelijk zijn voor de benoeming van ongeveer 32.000 vrijwillige bestuurders.
De regionale banken van Crédit agricole, ook wel "regionale coöperatieve full-service banken" genoemd, hebben tot taak hun klanten een verscheidenheid aan financiële producten en diensten aan te bieden. Deze banken hebben momenteel meer dan 20 miljoen klanten. Zij worden vertegenwoordigd door een netwerk van meer dan 7.200 kantoren en bijna 12.000 geldautomaten. Er zijn ook ongeveer 7.000 "groene" punten geïnstalleerd in de lokalen van de handelaars, die de klanten van de groep snel toegang geven tot bepaalde dagelijkse bankdiensten. In 2008 heeft Crédit agricole haar regionale banken gehergroepeerd om ze sterker en solider te maken in tijden van crisis en tegelijkertijd hun concurrentievermogen te verbeteren. Er zijn nu nog maar 39 regionale banken, vergeleken met 94 in 1988. De regionale banken hebben ook bepaalde specifieke taken.
De eerste taak van deze regionale banken is het voorkomen van bankuitsluiting. Om mensen te helpen die in hun leven een ongeval hebben meegemaakt, zoals een overlijden of het verlies van een baan, hebben 30 van deze regionale banken "Points Passerelle" (overbruggingspunten) opgericht waar de betrokken klanten een luisterend oor, bemiddeling en een gepersonaliseerde begeleiding vinden. Het doel van deze Punten Passerelle is deze mensen in ingewikkelde situaties te helpen hun financiële en administratieve problemen zo goed mogelijk op te lossen. Het werd in 1997 gelanceerd door de Regionale Bank voor het Noord-Oosten.
Een andere doelstelling van de regionale banken is het in dienst nemen van mensen met een handicap. Daartoe heeft de groep de vereniging Handicap et Emploi au Crédit Agricole, ook bekend onder de naam HECA, opgericht. Via deze vereniging bieden Crédit Agricole en haar regionale banken een aantal manieren aan om de werving, integratie en het behoud van mensen met een handicap te verbeteren. Het proces maakt gebruik van verschillende hefbomen zoals de aanpassing van bepaalde werkplekken, vervoersfaciliteiten en opleiding. Dit laatste punt is van essentieel belang omdat wij weten dat het lage opleidingsniveau van gehandicapten de grootste invloed heeft op hun vermogen om een baan te vinden en te behouden. Daarom heeft Crédit agricole verschillende soorten alternerende opleidingen opgezet om kandidaten met alleen een baccalaureaatsdiploma in staat te stellen een kwalificatie op baccalaureaatsniveau +1 of bas+2 te behalen. Dankzij dit systeem heeft de Landbouwkredietgroep tussen 2006 en eind 2010 meer dan 800 personen met een handicap in dienst genomen, voor het merendeel in de vorm van een leercontract, maar ook in de vorm van een vast contract.
Zoals u ongetwijfeld hebt begrepen, is de promotie van het coöperatieve model van Crédit agricole via haar regionale agentschappen van groot belang in de marketingstrategie van de groep. De regionale banken zijn dus actief betrokken bij de bevordering van dit model in hun gebied door verschillende soorten acties, zoals de organisatie van symposia onder de naam Perspectives Mutualistes en de massale verspreiding van de ledenbankkaart.
Foto tegoed: ©stlegat/123RF.COM